Communicatiestoornis

  • Afasie (taalstoornissen, zoals woordvindingsproblemen)

    Ieder mens gebruikt taal. Praten, het vinden van de juiste woorden, begrijpen, lezen, schrijven en gebaren maken zijn onderdelen van ons taalgebruik. Wanneer als gevolg van hersenletsel een of meer onderdelen van het taalgebruik niet meer goed functioneren, noemt men dat afasie. Afasie, A (= niet) fasie (= spreken) betekent dus dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil. Hij kan de taal minder goed gebruiken dan voorheen. 
    Bron: https://www.afasie.nl/new/?cat=afasie

  • Agnosie (onvermogen een voorwerp te herkennen)

    Je ziet of hoort het nog wel, maar je herkent het niet meer...Met de zintuigen is niets mis, maar het stukje 'herkenning' is kapot in het brein.
    Agnosie is dus het onvermogen om dingen (beelden, geluiden, geuren) te herkennen, die via de zintuigen (ogen, oren, neus, mond, tast) waargenomen worden.
    De zintuigen zelf zijn nog intact en er is geen sprake van geheugenverlies. Agnosie ismeestal beperkt tot één zintuig.
    Bron: https://www.hersenletsel-uitleg.nl/gevolgen/niet-zichtbare-gevolgen/agnosie

  • Apraxie (onvermogen om een doelbewuste handeling uit te voeren)

    Apraxie en dyspraxie zijn stoornissen in het uitvoeren van bewuste handelingen als gevolg van een hersenbeschadiging. Er is geen stoornis in automatisch uitgevoerde handelingen, die gaan net als vroeger: automatisch. 

    Apraxie betekent dan dat iemand bewuste handelingen niet meer kan uitvoeren (a- = niet).

    Dyspraxie betekent dat iemand bewuste handelingen niet goed meer kan uitvoeren.

    Soms gaat het niet om alle bewuste handelingen, maar alleen om een bepaalde groep:

    • Mondapraxie wil zeggen dat er problemen zijn met het bewust gebruiken van de mond, bijvoorbeeld bij het eten of slikken.
    • Verbale apraxie wil zeggen dat er problemen zijn bij het bewust aansturen van de spieren die je nodig hebt bij het spreken. 
      Bron: https://www.afasie.net/index.php/stoornissen/item/dyspraxie